In gesprek met Marieke van Voorn over zieke organisaties en leiderschap

Organisaties zijn als levende organismen die soms vastlopen alsof ze getroffen worden door acute of chronische kwalen. Marieke van Voorn, van oorsprong socioloog en expert op het gebied van verandermanagement, schreef er een boek over. “Heel de organisatie”, een titel waaruit duidelijk het verlangen van deze schrijfster spreekt: zieke organisaties op holistische wijze weer genezen. In Den Haag ging ik met haar in gesprek over de farmaceutische zorg, wat er mis is of beter kan en hoe leiders dit kunnen herstellen.

De farmaceutische industrie, de zorg en de overheid hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in thema’s als patient empowerment, en shared decision making, met als doel de patiënt centraal te stellen. De coronacrisis heeft mij duidelijk gemaakt dat er ten aanzien van  patient centricity nog veel te winnen is. Hoe zie jij dit?

“Niet alleen in de farmaceutische zorg, maar door de gehele maatschappij heen zie je dat veel organisaties zichzelf en hun ethisch kompas kwijt zijn geraakt. Dat was ook al voor corona, alleen is het nu meer zichtbaar geworden. Ik denk dat mensen en organisaties, dus ook farmaceutische bedrijven, weer kunnen revitaliseren wanneer ze zich herenigen met hun essentie. In het geval van de farma is dat het toevoegen van waarde voor iedere patiënt. Werken vanuit de essentie versterkt het immuunsysteem van een organisatie en haar veerkracht. Er zijn nieuwe leiders nodig die door een transformatieproces willen gaan. Zij zijn nodig om de patiënt en de ethiek weer echt centraal te stellen.“

Wat voor leiderschap is er nodig om als organisatie weer gezond te worden?

“Er zijn holistisch leiders nodig die vanuit een brede visie kunnen zien wat er nodig is. Heelkundige, handelingsbekwame managers die in staat zijn in te grijpen, bijvoorbeeld door zieke onderdelen van een organisatie te behandelen of zelfs weg te snijden. Maar ook externe heel-begaafde verbindende procesbegeleiders die richtingaanwijzer zijn om een organisatie weer terug naar haar essentie te bewegen. Deze procesbegeleiders fungeren als dokter of therapeut voor verzwakte organisaties. Dat doen ze door de zwakke plekken in een organisaties aan te duiden, maar ook door -als het ware- het bindweefsel van de organisatie te verzorgen met integrale samenwerkingsverbanden en door het immuunsysteem van een organisatie te helpen versterken.”

In je boek beschrijf je vele chronische ziekten van organisaties en de oorsprong ervan. Ook vergelijk je het “old boys network” van een organisatie met een hardnekkige schimmelinfectie. Wat bedoel je daar precies mee?

“Ik heb helaas veel organisaties gezien waarbij de oude garde een toxische invloed had op de organisatie, waardoor deze vastliep. Dit vergelijk ik met bijvoorbeeld kwaadaardige schimmels. Doordat deze mensen veel connecties en macht hadden, waren zij onaantastbaar geworden en vertoonden zij narcistisch en grensoverschrijdend gedrag. Narcisme zie je overigens vaak bij leiders, maar ook het effect ervan op de volgers die ofwel als colluder meeveren met het ‘succes’ ofwel als gedweeë conformer. Gezonde ‘schimmels’ in organisaties zijn er ook. Dat is een netwerk van heel-begaafde leiders, managers, businesspartners, professionals, externe klanten én externe procesbegeleiders die samen in staat zijn om hetgeen niet meer bijdraagt af te breken en ruimte te maken voor wat het zelfhelend vermogen wel versterkt.”

Lichamelijke integriteit lijkt iets te worden waar politiek leiders over beslissen. Moeten we ons zorgen maken om de toekomst van de farmaceutische zorg?

“De drang tot controle door overheden en de onderhuidse agressie in het debat zie je op veel gebieden terug, niet alleen als het om medicalisering gaat. Dat is zeer zorgwekkend. Ik zie het al jaren met lede ogen aan hoe maatschappelijke organisaties onthecht zijn geraakt van hun essentie en oorspronkelijke intentie, mede door wet- en regelgeving die artsen, verpleegkundigen, docenten, ambtenaren et cetera lam slaan en hen in een overlevingsmodus brengen. Ik kijk nu met afstand naar hoe het collectieve transformatieproces zich ontvouwt en probeer mijn zorgen zoveel mogelijk los te laten, omdat ik voorzie dat vele sectoren zullen imploderen ofwel instorten. Het is een natuurlijk verschijnsel dat met natuurkracht en logica gepaard gaat, want alles wat niet ‘klopt’ en uitgehold is, stort in, zeker nu corona alles ‘in het licht’ heeft gezet.”

Veel capabele mensen met een sterk ethisch kompas heb ik de afgelopen jaren de farma zien verlaten omdat zij in gewetensnood kwamen. Kan de farma nog wel van binnenuit helen als de morele kompassen weglopen?

“Ik denk dat dat een terechte zorg is. Soms is een organisatie zo ziek dat de mensen met een ethisch kompas -mensen die oprecht vóór de essentie van de geneeskracht van geneesmiddelen en patiëntenzorg in de farma zijn gaan werken- het zinkende schip verlaten. Hierdoor raakt het systeem alleen maar verder onthecht van zijn essentie en intentie. Dat maakt organisaties verward en verzuurd en chronisch overspannen. Voor de mensen die overblijven is het dan lastiger van binnenuit een verandering te bewerkstelligen, omdat er geen ‘binnen’ meer is. De organisatie is uitgehold geraakt. Leeg. Zo coachte ik laatst een manager die jarenlang in de farma heeft gewerkt. Hij kon zich ethisch niet meer verenigen met de koers van zijn farmabedrijf, en was bereid het comfort van zijn inkomen op te geven voor een andere baan buiten de farma. Als dat steeds vaker gaat gebeuren, is de tijd aangebroken dat het systeem uiteen valt, waardoor er ruimte komt voor iets nieuws.”

Ik denk dat het nog steeds van binnenuit mogelijk is voor de farma om te helen. Of misschien is beide nodig. Van binnenuit helen en vanbuiten iets bouwen?

“Er zijn meerdere wegen die kunnen leiden tot transformatie. De coronacrisis heeft, als het gaat om nieuwe inzichten en initiatieven op het gebied van gezondheidszorg, ook tot veel moois geleid. Velen hebben de ogen geopend voor wat er achter de schermen gebeurt.

Er lijkt een verschuiving te komen. Van focus op ziekte, naar focus op gezondheid. Dat zal ook de farma gaan merken. We zullen moeten accepteren dat niet alles in het leven te controleren is. Mijn rol daarbij is organisaties te helpen om te vertrouwen op hun innerlijke autoriteit en op het herstel door hun zelfhelend vermogen, in plaats van op externe autoriteiten die hen de wet voorschrijven. Ik zie daarom de toekomst positief tegemoet. Er zijn zoveel inspirerende leiders die nu opstaan en samen laten zien dat het ook anders kan, integer en met een verbinding met de oorspronkelijke intentie om mensen te ondersteunen bij hun welzijn en gezondheid.”

Auteur: Wendy Mittemeijer

Meer informatie over het boek van Marieke van Voorn