Tijdens de coronacrisis nam de regering maatregelen die de bewegingsvrijheid van burgers in toenemende mate inperkten. Lockdowns, reisbeperkingen, mondkapjes, gesloten winkels en dichte scholen moesten helpen de pandemie te bedwingen. Op economisch, sociaal-maatschappelijk, psychologisch, pedagogisch, juridisch, ethisch en medisch gebied werden grote offers gevraagd. Tegelijkertijd nam de wetenschappelijke kennis over het virus toe en vestigde de regering alle hoop op een werkzaam vaccin. Maar hoe wetenschappelijk onderbouwd waren de genomen maatregelen?
In Pandemische chaos buigt een groep deskundigen zich over deze vraag en de rechtvaardiging van de maatregelen in relatie tot de ernst van de pandemie. Wat zijn de gevolgen en is het coronabeleid voor herhaling vatbaar?
Het voorwoord van Pandemische chaos is geschreven door Wendy Mittemijer- Ooteman en is hieronder integraal te lezen.
Met bijdragen van:
Dick Bijl, Peter van Bergeijk, Jasper A. Bovenberg, Jan J.L. Derksen, Mattias Desmet, Robin Fransman, Armand Girbes, Jan G. Grandjean, Barend van de Kar, Bert Keizer, Jaap Koot, Hans Koppies, Ronald Meester, Wendy Mittemeijer-Ooteman, Michaéla Schippers, Ad Verbrugge en Bob de Wit.
Voorwoord Boek Pandemische chaos – Dick Bijl
Ethisch kompas
Door Wendy Mittemeijer-Ooteman
Niets is krachtiger dan het zien van menselijk lijden gecombineerd met de eigen angst voor de dood. Darwinistisch denken, oftewel het idee dat het goed is voor de soort dat zieke mensen doodgaan, is een gepasseerd station. Immers, niemand wil door ziekte doodgaan of een ander daaraan verliezen. Door de medische wetenschap zijn we, in zekere zin, verwend geraakt. Dokters en medicijnen kunnen ons in veel gevallen redden, en daar zijn we op gaan rekenen. Toen bekend werd dat een onbekend coronavirus ook in Nederland rondwaarde en we op televisie de beelden zagen van volle IC’s, sloeg de angst voor menselijk lijden toe. Het idee in eenzaamheid te stikken heeft geen mens onberoerd gelaten.
Deze angst, die het hevigst was toen we nog niets wisten van het virus, heeft ons met elkaar verbonden. Terwijl we in de precoronatijd door ons werk geleefd werden en in eigen bubbels verkeerden, hadden we nu ineens een gemeenschappelijke vijand die even al het andere naar de achtergrond verdrukte. Onze gemeenschappelijke vijand was het virus, een beest dat dood moest en dat we alleen samen konden bedwingen. Het saamhorigheidsgevoel leidde ook tot zorgzaamheid, waarbij mensen hulp boden aan anderen die het zwaarder hadden dan zijzelf. Door ons samen actief te richten op het virus of juist op liefde en zorg, konden we onze angsten onder controle houden.
Maar de angst ging maar niet weg, want het virus ging niet weg. De lockdown, met maatregelen die tijdelijk moesten zijn, bleef voortduren. Steeds als we dachten dat het beleid soepeler zou worden, werd het toch weer strikter. Via persconferenties, het NOS-journaal, praatprogramma’s en berichten in de media probeerden we dagelijks bij te houden hoe het stond met de coronasterftecijfers en IC-bedden. Vaak begrepen we het niet helemaal, maar de boodschap was steeds duidelijk: wat we deden was niet goed genoeg. De wisselende maatregelen en het gebrek aan perspectief waren vaak stressvol, maar we klaagden daar zelden over. Het was immers voor een goed doel.
Zelfmoord
Helaas werd steeds duidelijker dat een lockdown ook nevenschade kent. Dit ervaarde ik zelf toen het eerste coronagerelateerde sterfgeval zich in mijn omgeving voordeed. Een van de bouwvakkers in mijn woning vertelde dat zijn maat zelfmoord had gepleegd op een hotelkamer bij Schiphol, omdat hij zijn ouders, die in het buitenland woonden, niet mocht bezoeken. Het ging al een tijdje niet goed met hem en dit was de druppel. Hij was een van de kwetsbaren die het niet gered heeft door de maatregelen. De empathie waarmee men over ouderen in verpleeghuizen sprak, verbleekte echter als ik deze suïcide ter sprake bracht. Het leek wel alsof er met twee maten gemeten werd.
De maatregelen die door de overheid opgelegd zijn in de strijd tegen het virus, hebben een grote impact gehad op de lichamelijke en geestelijke gezondheid van veel mensen. Maar het leek wel of lange tijd niemand zich daar echt druk om maakte. Het gevaar schuilde immers ergens anders, in het nabij contact met anderen en in het onzichtbaar zwevende en klevende virus. De maatregelen waren er juist om ons te beschermen. Terwijl de angst en chaos voortduurden, kwam er gelukkig toch een lichtpunt: de vaccins zouden effectief en veilig zijn en werden vervroegd en voorwaardelijk toegelaten voor noodgebruik. Eindelijk kwam er een oplossing, waar we allen zo naar verlangden.
Euforie
Het leek even of iedereen het slechte imago van de farmaceutische industrie ineens vergeten was. Als redders in nood werden zij in talkshows warm onthaald. Nooit eerder werd er zoveel over medicijnen gepraat in het nieuws, of met collega’s, vrienden, familieleden en buren, of konden mensen de effectiviteitspercentages van de verschillende merken opdreunen. En nooit eerder waren zoveel artsen en politici zo vol lof en relatief weinig kritisch over een nieuw medicijn waarvan de langetermijneffecten nog niet bekend waren. Euforie is misschien een toepasselijk woord. En nooit eerder bestelde de Nederlandse overheid zoveel vaccins voor haar gehele volk.
Het galmend betoog van de overheid en haar adviseurs klonk als een preek uit vroeger tijd: de enige oplossing om uit deze crisis te komen is je mouw opstropen om het virus te verslaan met het vaccin. Ook de marketingstrategie om deze missie te bereiken wond er geen doekjes om: one voice, one message werkt het best bij zendingswerk. Daarmee was men succesvol gebleken ten tijde van de Mexicaanse griep. Ook nu werkte het. Even dan. Voor het overtuigen van ouderen en kwetsbaren was dan ook niet veel nodig: wat hadden zij te verliezen als COVID-19-risicogroep? Voor hen kwam dit als een zegen. En nooit eerder werkte een vaccin als zo’n krachtige angstremmer.
Maar lastiger werd het bij de jongeren. De campagne werd dwingender. Het opvoeren van sociale druk en in het vooruitzicht gestelde vrijheden, zoals op vakantie mogen of weer kunnen dansen, werden niet geschuwd om jongeren te overreden. Alsof het ging om oordopjes en zonnebrandcrème. Ook de van stal gehaalde opgeheven vinger die spreekt over morele plicht, leek te werken. Ondertussen vermeldde het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) op zijn website dat niet bekend is of je met een vaccin een ander beschermt. Dat het moet gaan om de vrijwillige en persoonlijke keuze voor een nieuw medicijn, waarbij medische voor- en nadelen zorgvuldig afgewogen dienen te worden, leek een stille dood gestorven.
Academisch debat
Hier en daar gloeide de discussie over de dodelijkheid van het virus op. Wat betekent dat voor mij als de kans om te sterven na infectie gemiddeld 0,15 procent is? Binnen de academische wereld ontstonden kritische vragen over de doelstelling van de missie. Is het noodzakelijk om gezonde jongeren te vaccineren? En wat als het zelfs schadelijk is voor de volksgezondheid als iedereen zich laat vaccineren? We weten immers nog weinig van het virus. Iedere vorm van kritiek leek echter niet te mogen bestaan. Bezorgde wetenschappers en artsen kregen veelal geen podium, werden geframed als antivaxer of ondeskundig en werden soms zelfs ontslagen. Een open academisch debat was ver te zoeken.
Langzaam drong het besef tot mij door dat niemand de waarheid in pacht heeft, en nu al helemaal niet. Bij een onbekend virus zal de wetenschap alleen in waarschijnlijkheden en mogelijkheden kunnen spreken, vergezeld van veel onzekerheden. Als veel onbekend is, is er ruimte voor verschillende visies en wordt nuancering belangrijker. Dat is het mooie, maar tegelijkertijd ook het frustrerende van wetenschap. Als je als wetenschapper niet meer openstaat voor nieuwe data, duiding, of inzichten, loop je de kans een starre gelovige te worden van je eigen theorie. Wetenschap is slechts een hulpmiddel, geen doel op zich. Waarom had men het dan toch over ‘de waarheid’?
En steeds weer leek de overheid het patent op de waarheid te hebben, groeide de censuur en namen de spanningen in de samenleving toe. Niet alleen in de politiek, de academische wereld en de zorg groeide de polarisatie. Ook tussen vrienden, collega’s en zelfs binnen gezinnen. Terwijl bij sommigen het wantrouwen in het overheidsbeleid groeide, schaarden anderen zich juist radicaal achter ‘de missie’, waarbij zij hard afrekenden met twijfelaars en dissidenten. Immers, twijfel brengt ‘de missie’ in gevaar, en geeft angst over de juistheid van de eigen keuze. In een crisis wil men zekerheid en houvast. Ondertussen stuwden angst en sociale druk de vaccinatiebereidheid naar grotere hoogte.
De missie
Heiligt het doel de middelen? En is ‘het doel’ onderhevig aan veranderende omstandigheden over de tijd? Was de missie ondertussen aan bijstelling, nuancering en maatwerk toe? Deze vragen kunnen het verschil maken om een complex probleem op te lossen. Juist als het leven moeilijk is, moeten ethiek en debat fier overeind blijven. Twijfelen en vragen, met je hart of verstand, maken ons zelfdenkende, invoelende wezens, die samen kunnen komen tot vernieuwde inzichten en creatieve oplossingen. Juist dat zorgt ervoor dat wij meer zijn dan een veestapel. Waarom voelde het dan alsof wij als vee behandeld werden? Dacht de overheid dat haar volk (eigen)dom was?
Ik heb me vaak afgevraagd waar de vervreemding en dehumanisering vandaan kwamen, maar ik vermoed dat het te maken heeft met het kanaliseren van angsten en frustraties. Er moet in een ‘crisis’ een zondebok zijn. Het virus bleek geen beest te zijn dat je kan doden, want het leeft niet en je kan het niet zien. Dus moesten het de mensen zijn die ‘uit de pas lopen en de missie in gevaar brengen’, zoals ‘de natuurlijken’, die vertrouwden op hun eigen weerstand, of ‘de critici’. Er vond een zondebokverschuiving plaats van het virus naar de mens. Deze zondebokverschuiving is niet iets van vroeger. Het is er altijd geweest; alleen wie het slachtoffer is, verschilt. En de manier waarop met mensen met een afwijkende mening wordt omgegaan gaat wellicht met zijn tijd mee.
Ethiek
Mensen die zorgen hadden bij het coronabeleid werden gestigmatiseerd, belachelijk gemaakt of negatief neergezet en er werd op hen afgereageerd. Voor twijfel werd geen begrip getoond. Maar het leek veel mensen niet te deren. De ethiek was van het toneel verdwenen. Vond u het toen ethisch verdedigbaar? En hoe ziet u dat nu? Het is in elk geval te begrijpen, en misschien ook te vergeven, in een tijd waar angst zo de boventoon heeft gevoerd. Een tijd waar momenten om ons gerust te stellen niet zijn aangegrepen en ons één waarheid is voorgehouden. Maar ondanks de polarisatie, die door de overheid zelfs leek te worden toegejuicht, bleven we gemeen houden dat we allemaal graag gezond wilden blijven.
Gezondheid betekent echter voor ieder mens wat anders. Hetzelfde geldt voor wat men als gevaar voor de eigen gezondheid ziet. Voor mij is mijn beeldscherm de grootste bedreiging. Ik beweeg minder, word dikker en ga minder de zon en de natuur in. Ook word ik er angstig en gestrest van. De lockdown heeft mij ongezonder gemaakt. Mogelijk heeft ook u corona grotendeels ervaren door het glas van uw beeldscherm en voelde u soms boosheid jegens politici, experts of mensen die u nooit ontmoet heeft. Hoeveel impact heeft uw beeldscherm gehad op uw emoties én meningen ten aanzien van wat er in de wereld om u heen gebeurde? En wat ziet ú als grootste bedreiging voor uw gezondheid?
Mexicaanse griep
Met het uitroepen van een pandemie van het coronavirus op 12 maart 2020 zette de World Health Organisation (WHO) een tot dan toe ongekend scala aan maatregelen in gang. Deze werden mede gevoed door alarmerende berichten dat zeer veel mensen zouden overlijden aan de gevolgen van infecties met het virus. Sommigen spraken van miljoenen doden, vergelijkbaar met de Spaanse griep van 1918-1920. In het begin van de pandemie was weinig bekend over de beste aanpak. Wel was er wat bekend over de aanpak van luchtwegvirussen, zoals het griepvirus (influenza). De Mexicaanse griep van 2009-2010 kan beschouwd worden als een generale repetitie van de huidige pandemie.
Er kwamen destijds influenzavaccins ter beschikking toen het virus het land al uit was, en die aan mensen toegediend zijn. Van belangrijke fouten die toen zijn gemaakt, was de hoop dat die niet meer zouden worden gemaakt.[i] Het ging onder meer om overheidsadviseurs met conflicterende belangen, het onvoldoende scheiden van verantwoordelijkheden van mensen op sleutelposities en de invloed van de WHO. De media gaven destijds voor- en tegenstanders van het gevoerde beleid gelegenheid hun verhaal te doen. Ondanks het feit dat bij aanvang werd aangekondigd dat de Mexicaanse griep miljoenen doden zou veroorzaken, bleek deze griep een van de mildst verlopende van de afgelopen honderd jaar.
De overheidsmaatregelen tijdens de huidige pandemie waren vaak rigoureus, soms tegenstrijdig en meestal niet goed uit te leggen aan de bevolking. Een vraag die bij veel mensen opkwam, is of de maatregelen in verhouding stonden tot de risico’s van het virus. Maar hoe bepaal je of maatregelen proportioneel zijn? En kunnen wij dat alleen achteraf bepalen of heeft de overheid eerdere signalen gemist of naast zich neergelegd? Waren de interventies wetenschappelijk onderbouwd? Of waren ze er om ons te herinneren aan de ernst van de situatie of om ons veilig te wanen? En zijn zij effectief gebleken? Deze vragen waren de aanleiding voor de auteurs dit boek samen te stellen.
Chaos
Een andere vraag die veel mensen hebben, is of we ooit de pandemische chaos helemaal achter ons kunnen laten. Zelfs toen de IC-opnames in de zomer van 2021 onder controle waren, en de samenleving met ‘testen voor toegang’ openging, bracht een golf aan positieve Polymerase Chain Reaction (PCR-)testen onder gezonde jongeren de samenleving direct weer in de ban van het virus. De kans om op natuurlijke wijze immuniteit op te bouwen werd hun direct ontnomen. Dansen op een festival zat er dus toch niet in. In plaats daarvan moesten gezonde kinderen zich massaal, zonder duidelijke noodzaak, laten vaccineren met een voorwaardelijk toegelaten receptplichtig medicijn met deels onbekende risico’s.
Het boek in uw handen bundelt verschillende gedachten en visies van experts vanuit een medisch en maatschappelijk perspectief. Maar ook vanuit economisch, pedagogisch, sociaal, psychologisch en filosofisch perspectief. Het boek beschrijft niet alleen de algemene maatregelen, de medicijnen en de vaccins, maar ook de ontmanteling van de zorg. Ook de ethische en juridische aspecten van het overheidsbeleid komen aan bod. Immers, een crisis raakt iedereen, op vele manieren. Aan het eind geeft dit boek u een kijk in de toekomst. Zonder glazen bol, maar met verschillende scenario’s. Het is aan u om te beoordelen of het glas half vol of half leeg is. Of om zelf een scenario toe te voegen.
De auteurs hebben ten tijde van de coronapandemie niet stil gezeten. Zij hebben het publieke domein opgezocht vanuit een open en nieuwsgierige houding. Daar waar dit geluid kritisch was, is dit onderbelicht gebleven. Het is daarom mogelijk voor u een relatief nieuw geluid, dat oproept tot een open debat en een multidisciplinaire visie op complexe problematiek die ons allen aangaat. Het is ook een geluid waar steeds meer mensen, uit alle lagen van de bevolking, steeds meer behoefte aan hebben en voor openstaan. Om de wereld en anderen meer te begrijpen, om er steun en hoop uit te putten en om richting te geven aan de toekomst van henzelf en die van hun kinderen.
Nieuwsgierigheid
De schrijvers van dit boek dagen u uit om met anderen in gesprek te gaan en u te verdiepen in die ander, door nieuwsgierig te zijn naar zijn of haar visie op de afgelopen periode en de impact die deze gehad heeft.. Misschien wilde u graag als patiënt of consument gevoed en gesterkt worden met gebalanceerd en onderbouwde informatie, maar bleef dat uit. Nu is de tijd om hierop te reflecteren. Op wat u en anderen overkomen is, en daarover met elkaar van gedachten te wisselen. Welke informatie had u willen krijgen, maar heeft u gemist?
De schrijvers hopen u mee te nemen in hun gedachten en overpeinzingen. Wees kritisch op wat zij u voorschotelen, want ook zij hebben blinde vlekken. Vaak gaat er een brok emotie in zo’n blinde vlek zitten. En ook dat hoort bij de pandemische chaos. Die moet slijten. Voor de schrijvers van dit boek is de afgelopen periode, net als voor u wellicht, een achtbaan van emotie geweest. Maar net als bij muziek en kunst, biedt deze een bron aan inspiratie om iets moois te scheppen. Misschien geeft deze u een ander perspectief op uw werkelijkheid of komt u tot de ontdekking dat ‘de werkelijkheid’ een rekbaar of persoonlijk begrip is. Dan vinden wij dat mooi. Het is uw ontdekkingsreis.
Gezondheid
Zelf ben ik niet meer bang voor het virus. Ik ben bang voor het gedrag van leiders, hun adviseurs en hun volgelingen, wanneer zij samen geloven in dezelfde eenzijdige dunne ideologie en geen andere ‘waarheid’ dulden. Ik ben bang voor het gemak waarmee in de pandemische chaos over medische ethiek en censuur heen gestapt werd en het leidend narratief in de hoofden van volwassenen en zelfs kinderen kroop. We zijn beland in een wereld waarin vrijheid van meningsuiting en zelfbeschikking onder druk kwamen te staan. Een wereld waarin we elkaar nodig hadden, maar steeds meer vereenzaamden en polariseerden, terwijl we allemaal niets liever willen dan in vrijheid samen leven.
Dick Bijl, voormalig huisarts, nam het initiatief voor dit boek. Wie hem kent, weet dat hij altijd genadeloos kritisch is, zeker als het om wetenschappelijke onderbouwing gaat. Maar wie hem beter kent, weet ook dat hij de wetenschap niet ziet als de heilige graal. Waar het hem om gaat, zijn de mensen. Dat ben ik. Dat bent u. De wetenschap is er ten dienste van ons, en niet andersom. Wetenschap bestaat bij de gratie van onzekerheid, maar mensen hebben altijd recht op eerlijke en gebalanceerde informatie. Ook als die informatie onzeker is, willen wij hierover geïnformeerd worden. Vooral als wij twijfels hebben of ons zorgen maken. Zeker als het om óns lijf en ónze gezondheid gaat.
Gemêleerd
De schrijvers van dit boek komen uit verschillende werkvelden. Zij zijn het lang niet altijd met elkaar eens, en soms gaat het er verhit aan toe. Maar wat zij allen gemeen hebben, is dat zij vol vuur en passie in het leven staan, gedurende de gehele corona-periode kritisch en dicht bij zichzelf zijn gebleven, vragen bleven stellen en zelf op onderzoek uitgingen om vervolgens te wegen en te reflecteren. En dat geheel op eigen kracht, vanuit hun eigen kunde en expertise, vergezeld door een sterk ethisch besef, soms met risico op reputatieschade. Tegen de stroom inzwemmen vergt kracht en moed. Maar altijd bleven zij de hand reiken naar iedereen die het niet met hen eens was.
De meeste hoofdstukken van dit boek zijn ten slotte voorgelegd aan anonieme deskundigen die geblindeerd waren voor de auteursnaam, met de vraag kritisch commentaar te geven. Zodoende zijn teksten ontstaan waarin de auteurs ook zelfreflectie toe hebben kunnen passen. Bij het ter perse gaan van dit boek waren de meeste overheidsmaatregelen in Nederland al dan niet tijdelijk door het demissionaire kabinet opgeheven. Internationaal kwamen op dat moment steeds meer vragen die om een antwoord schreeuwden, zoals de herkomst van het virus, de mogelijke bijwerkingen, de virulentie van de mutanten en de problemen rond het vaccineren van mensen in ontwikkelingslanden.
Grenzeloos respect
Hopelijk geeft het boek u antwoorden. Maar ik vermoed dat het tot meer vragen zal leiden en dat is juist goed. Misschien krijgt u door het lezen van dit boek een andere blik op mensen die tijdens de coronaperiode pretendeerden ‘de waarheid’ te verkondigen of krijgt u meer begrip en compassie voor hen. Misschien helpt dit boek u met een positief kritische instelling op zoek te gaan naar nieuwe informatie of andere bronnen, en deze informatie af te zetten tegen wat u al wist. Misschien motiveert het u met mensen buiten uw eigen sociale bubbel in gesprek te gaan over uw ervaringen en samen na te denken over onze toekomst. Wie weet schudt u elkaar in gezondheid en vrijheid de hand.
Mocht u een antwoord zoeken op de vraag wie schuldig is aan de eventuele ellende en schade die u ondervonden heeft als gevolg van het beleid of de maatregelen, dan zal dit boek geen schuldigen voor u aanwijzen. Dit boek zal mogelijk meer begrip en inzicht geven in wat er gebeurd is en waarom, en kan u inspireren tot reflectie en bezinning. Ik hoop dat u na het lezen enige verlichting voelt en u gesterkt voelt om zelf te blijven denken, uw eigen ethisch kompas te volgen en vanuit een grenzeloos respect voor de ander het kritisch debat te blijven aangaan.
Ik wens u en uw dierbaren een mooie toekomst toe.
[i] Bijl, D. Griep: Prikken, slikken of heel voorzichtig nietsdoen. Utrecht: Uitgeverij De Graaff, 2020.
Het boek Pandemische chaos verscheen op 9 oktober 2021 bij uitgeverij Walburg Pers.